Hypoglycaemie (hypo)

Mensen met diabetes kunnen te veel glucose (suiker) in hun bloed hebben, maar ook te weinig. Bij te veel glucose in het bloed heeft u een hyperglykemie of kortweg een hyper. Bij te weinig glucose in uw bloed heeft u een hypoglykemie of kortweg een hypo.

Symptomen

Dit zijn de meest voorkomende symptomen van een hypo:

  • hevig transpireren
  • beven
  • duizelig worden
  • plotseling honger krijgen.


Een hypo kunt u ook merken aan:

  • plotselinge moeheid
  • troebel of wazig zien
  • hoofdpijn
  • bleekheid
  • tintelende lippen
  • hartkloppingen
  • concentratieverlies
  • moeilijk ontwaken
  • veranderingen in stemming en humeur.

Oorzaken

Een hypo kan verschillende oorzaken hebben:

  • U heeft te veel insuline of de verkeerde insuline toegediend.
  • U heeft te weinig of te laat koolhydraten gegeten.
  • U heeft andere dingen gedaan dan u gewend bent.
  • U heeft meer lichaamsbeweging gehad dan normaal.
  • U heeft alcohol gedronken. Hiervan daalt uw bloedglucosewaarde vaak enkele uren na het drinken.
  • Bepaalde medicijnen kunnen de glucose in uw bloed verlagen.
  • Soms krijgen mensen een hypo zonder te weten waardoor dit komt.

Wat kunt u doen

Als u een bloedglucosemeter heeft, moet u als eerste uw bloedglucosewaarde prikken. Is uw bloedglucosewaarde lager dan 4 mmo/l, neem dan 20 gram koolhydraten (zie tabel). Koolhydraten zorgen ervoor dat de glucose in het bloed weer stijgt.

 

Tabel voorbeelden koolhydraten. 4 tot 6 dextro energy tabletten is 20 gram koolhydraten, 40 milliliter of 3 eetlepels limonadesiroop is 24 gram koolhydraten, 200 milliliter of 1 glas frisdrank, geen light, is 20 gram koolhydraten, 200 milliliter of 1 glas appelsap of sinaasappelsap is 20 gram koolhydraten

 

Controleer uw glucosewaarden

Controleer 15 tot 20 minuten na het nemen van de koolhydraten of uw bloedglucose is gestegen.

  • als uw bloedglucose lager is dan 4 mmol/l, neem dan nog een keer 20 gram koolhydraten (zie tabel).
  • als de bloedglucose hoger is dan 4 mmol/l en u gaat binnen twee uur uw normale maaltijd eten, dan hoeft u verder niets te doen.
  • als uw bloedglucose hoger is dan 4 mmol/l en u gaat niet binnen 2 uur eten, neem dan extra koolhydraten in de vorm van fruit, ontbijtkoek, 1 snee bruinbrood, 2 biscuitjes of iets dergelijks.

Heeft u vaker last van hypo's, bespreek dit met uw diabetesverpleegkundige.

Aandachtspunten

Enkele aandachtspunten bij hypo's

  • Heeft u het gevoel dat uw bloedglucosewaarde te laag is, maar bent u niet in de gelegenheid om uw bloedglucosewaarde te controleren? Neem dan toch extra koolhydraten (zie tabel). Controleer uw bloedglucosewaarde zo snel
    mogelijk.
  • Voelt u een hypo opkomen maar lijken de symptomen weer te verdwijnen? Meet dan toch uw bloedglucosewaarde. 
  • Ga niet door met eten als de symptomen van de hypo niet direct verdwijnen. U kunt namelijk nog steeds het gevoel van een hypo hebben, terwijl uw bloedglucosewaarde alweer aan het stijgen is. Wacht 15 à 20 minuten na het nemen van de koolhydraten. Controleer dan uw bloedglucosewaarde opnieuw.
  • Verwacht u dat uw bloedglucosewaarde blijft dalen nadat u extra koolhydraten heeft genomen? Dit kan bijvoorbeeld als u meer beweging heeft gehad dan normaal. Eet dan een kleine hoeveelheid koolhydraten extra, bijvoorbeeld een cracker of een bruine boterham (15 gram koolhydraten).
  • Heeft u vlak voor het naar bed gaan een bloedglucosewaarde lager dan 6 mmol/l? Dan is de kans op een hypo tijdens uw slaap een stuk groter. Eet dan voor het slapengaan een koolhydraatrijk tussendoortje, bijvoorbeeld een appel of een bruine boterham.
  • Heeft u meerdere hypo’s in de week op een bepaald tijdstip,dan is het mogelijk dat u te veel insuline toedient. Neem contact op met uw diabetesverpleegkundige.